Coalitieakkoord 2010-2014: Uitdagend en realistisch.
Programma 0: Inleiding
Voor u ligt het coalitieakkoord 2010-2014 dat is samengesteld door Keerpunt ’98, Vooruitstrevende Partij Baarle, Fractie Ulicoten en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Het akkoord schetst, vanuit een verantwoordwoord financieel beleid, de belangrijkste beleidslijnen voor de komende periode. Leidraad hierin zijn de behoefte om de gemeente met meer toekomstvisie te besturen en de noodzaak om burgers veel meer bij het gemeentebestuur te betrekken. Burgerparticipatie is niet alleen een middel om een gedragen beleid te creëren; de kennis en kunde van burgers kan ook ingezet worden om de kwaliteit van het beleid te verbeteren.
Baarle-Nassau is een vergrijzende gemeente. Om de leefbaarheid te behouden is het essentieel dat ook jongeren en jonge gezinnen hier blijven wonen. Daarom zal door de verschillende beleidsonderwerpen heen onderzocht worden welke randvoorwaarden voor deze groepen belangrijk zijn om hier te blijven wonen. Op basis hiervan wordt gekeken hoe we deze groep aan Baarle kunnen binden.
Programma 1: Burger bestuur en veiligheid
De burger zal in een vroeg stadium actief betrokken worden bij door de gemeente op te stellen plannen. Aan deze betrokkenheid moet tijdens het hele proces van planontwikkeling recht gedaan worden.
De gemeente wil met verschillende doelgroepen overleggen om te weten wat er leeft. Dit kunnen ruimtelijke doelgroepen (een wijk), maar ook demografische (zoals ouderen) of economische (zoals winkeliers) zijn.
Bij het betrekken van burgers is goed verwachtingenmanagement belangrijk. Onderdeel hiervan is het stellen van duidelijke randvoorwaarden en het goed onderbouwen van gemaakte keuzes.
Ook in het functioneren van de gemeenteraad is het belangrijk dat burgers nauwer betrokken worden bij het gemeentebestuur. Het veranderen van de vergaderstructuur van de gemeenteraad is hierbij een eerste aanzet. In de praktijk zal gezorgd moeten worden dat steeds gericht de juiste actoren bij beslissingen van de gemeenteraad betrokken worden.
De gemeente Baarle-Nassau zal slim en meer samen moeten werken met andere gemeenten. Enerzijds kan hiermee efficiencywinst behaald worden, anderzijds waarborgt dit de benodigde deskundigheid en kwaliteit bij het uitvoeren van gemeentelijke taken.
Als de gemeente externe bureaus in de arm neemt is het noodzakelijk dat de regie bij de gemeente zelf blijft liggen. De organisatie zal over mensen moeten beschikken die hierin uitmunten.
In de samenwerking met Baarle-Hertog zal vooral gekeken worden naar kansen die de bijzondere grenssituatie biedt. Een gezamenlijke termijnagenda is dé manier om onderwerpen die hierbij in de komende jaren van belang zijn te inventariseren.
Verbetering van de handhaving in onze gemeente heeft een hoge prioriteit. Vanuit de overtuiging dat goede handhaving de samenleving en de gemeente middelen bespaart mag hierop niet bezuinigd worden.
In de brandweersamenwerking met Baarle-Hertog wordt uitgegaan van een verdeelsleutel ¼ / ¾. In de veiligheidsregio moet gestreefd worden naar een rechtvaardig financieringsmodel.
Het blijkt in de praktijk lastig om als gemeentebestuur invloed uit te oefenen op de politieinzet in Baarle, maar we moeten dit zeker blijven doen. We willen graag samen met de politie bekijken hoe de inzet in Baarle beter kan.
Door het in gebreke blijven van de RAV duurt het lang voor de ambulance in Baarle is en daarom is het BLS-team opgericht. Inzet blijft het op orde maken van de ambulancevoorziening, maar er zal in ieder geval gezocht worden naar alternatieve financiering voor de BLS-voorziening.
De grootschalige vuurwerkhandel is een punt van grote zorg. Handel in explosieve goederen hoort niet thuis in de bebouwde kom en zou, in goed overleg met Baarle-Hertog, naar de bedrijventerreinen verplaatst moeten worden.
Programma 2: Onderwijs, welzijn en zorg
Ten behoeve van de leefbaarheid in Ulicoten moet er geïnvesteerd worden in een multifunctionele accommodatie. Hierbij zal een goede afweging gemaakt worden tussen de vestigingslocatie van de voorziening en de termijn waarop deze gerealiseerd kan worden en de financiële gevolgen.
De financiën van Stichting Cultureel Centrum Baarle (SCCB) zullen structureel beheersbaar gemaakt moeten worden. Hierbij moeten de functies van huis voor cultuur, huis voor verenigingen en vergaderlocatie leidend zijn. In eerste instantie is de aangestelde directeur hierin aan zet.
De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in sportvoorzieningen. Ook in de komende jaren houden we onze ogen open voor nieuwe ontwikkelingen op dit gebied, maar het belangrijkst is nu dat het onderhoud van de huidige voorzieningen in kaart gebracht en waar nodig afgestemd en versterkt wordt.
We willen het bestaande onderwijsaanbod op peil houden. De samenwerking binnen de brede school zal in de komende jaren verder geïntensiveerd worden.
Bij de herinrichting van de kom zal ruimte moeten komen voor kunst in de openbare ruimte. Bij het invullen hiervan zullen deskundigen vanuit de bevolking betrokken moeten worden. Afhankelijk van het succes hiervan zou dit een meer structurele invulling kunnen krijgen.
Programma 3: Sociale zaken
Het WMO-loket moet uitgebouwd worden en er moet meer bekendheid gegeven worden aan de functie van het loket. Het loket moet een vanzelfsprekendheid worden voor de doelgroep.
Met betrekking tot de hulp bij het huishouden moet gekeken naar ontwikkelingen en innovaties, zowel in de sector als in de regelgeving. Door hierop goed te anticiperen willen we de kwaliteit en de continuïteit voor de cliënten waarborgen.
In het verstrekken van voorzieningen in het kader van de WMO is de gemeente tot nu toe altijd sociaal en pragmatisch geweest. Deze lijn willen we voortzetten.
Juist in economisch moeilijke tijden moet de gemeente ook aandacht houden voor de verborgen armoede. Het doel is dat niemand sociaal uitgesloten mag worden vanwege beperkte financiële middelen.
Programma 4: Toerisme en Economie
De enclavesituatie en de diversiteit in het landelijk gebied zijn de belangrijkste profileringspunten voor Baarle als toeristische bestemming. Om de kern Baarle aantrekkelijk te houden zal geïnvesteerd moeten worden in aantrekkelijke openbare ruimte en zal de gemeente moeten bezien welke mogelijkheden er zijn om leegstand tegen te gaan. Er zal een duidelijke scheiding gemaakt moeten worden tussen de activiteiten die bij de VVV horen en de activiteiten die bij Stichting ondernemend Baarle (StoB) horen. Om de positie van Baarle als toeristische bestemming te behouden is het van groot belang dat de gemeente snel een toeristische visie vaststelt.
De gemeente moet een economisch beleid ontwikkelen dat gericht is op het vergroten van de werkgelegenheid. Profilering van de gemeente als vestigingslocatie voor bepaalde sectoren kan een mogelijkheid bieden. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de kennis in de regio. Vanuit de behoefte aan bedrijventerreinen moet bezien worden in welk tempo het bestaande bedrijventerrein gerevitaliseerd en een nieuw (grensoverschrijdend) bedrijventerrein gecreëerd worden. Hierin moet de wens (van zowel ondernemer als gemeente) om bepaalde bedrijvigheid naar bedrijventerrein te verplaatsen meegenomen worden.
Programma 5: Verkeer, vervoer en openbare ruimte
In het nieuwe verkeerscirculatieplan zal ook rekening gehouden worden met veilige fiets- en wandelroutes naar scholen en andere voorzieningen.
De komst van de rondweg geeft aanleiding om opnieuw te bezien hoe het landbouwverkeer uit de bebouwde kom geweerd kan worden op een manier die voor dat verkeer acceptabel is. Het mag in geen geval zo zijn dat het landbouwverkeer geconcentreerd door de kom wordt geleid.
In samenhang met het verkeerscirculatieplan moet een masterplan opgesteld worden om de kwaliteit van de openbare ruimte in het dorp Baarle-Nassau sterk te verbeteren. Het plan dient zo opgesteld te worden dat de zaken waarvoor nu middelen zijn, nu gerealiseerd kunnen worden en waarborgt dat er op lange termijn volgens een plan gewerkt wordt aan de ruimtelijke kwaliteit in het dorp.
De kwaliteit van speelvoorzieningen moet sterk verbeterd worden en vervolgens planmatig op niveau worden gehouden. Het is bij het invullen van speelvoorzieningen belangrijk om de gebruiker te betrekken.
Zandwegen moeten behouden blijven, ze zijn karakteristiek voor het buitengebied van onze gemeente. Er moet een bomenbeleidsplan opgesteld worden. Het doel hiervan is beter waarborgen van waardevol groen, waardoor een deel van de kapvergunningen gedereguleerd kan worden.
De straatverlichting moet milieuvriendelijker gemaakt worden. Uitgangspunt hierbij is dat dit door vermindering van het energieverbruik zo veel mogelijk kostenneutraal moet gebeuren.
Programma 6: Milieu en afval
Het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP) moet zorgen voor een vermindering van de wateroverlast, zowel in frequentie als in intensiteit. Het gescheiden afvoeren van regen- en afvalwater wordt hierbij als een kansrijke oplossing gezien. Een rationeel-rioolbeheersplan met bijbehorende financiering wordt een onderdeel van het nieuwe GRP.
De gemeente heeft een voorbeeldfunctie en een voortrekkersrol als het gaat om milieu. In al haar beleid zal de gemeente duurzaamheid en de gevolgen voor het milieu in acht moeten nemen. De afweging tussen kosten en gevolgen voor het milieu zal op een heldere manier gemaakt moeten worden.
Zwerfafval en sluikstortingen zijn een doorn in het oog en moeten worden tegengegaan. De gemeente heeft hierin zowel een preventieve als een repressieve taak.
Programma 7: Ruimtelijke ontwikkeling
De ontwikkeling van het bestemmingsplan dorpsgebieden wordt snel ter hand genomen. Omdat hierna een structuurvisie opgesteld zal worden, kan dit een conserverend bestemmingsplan zijn.
Een structuurvisie is een noodzakelijk instrument om op een verantwoorde wijze met de ruimte in de gemeente Baarle-Nassau om te gaan. Deze moet dan ook snel en op een wijze die bij de schaalgrootte van onze gemeente past worden opgesteld. Hierin moet ook rekening gehouden worden met de ontwikkelingen in de driehoek Breda-Tilburg-Turnhout.
Het provinciale beleid ten aanzien van de intensieve veehouderij is onlangs gewijzigd en de uitbreidingsmogelijkheden zijn sterk ingeperkt. Uitgangspunt voor de gemeente hierbij moet zijn dat het voor lokale (familie)bedrijven mogelijk moet zijn om te ondernemen, maar dat Baarle zich niet moet profileren als locatie voor nieuwvestiging van intensieve veehouderijen. Daarom moet anderhalve hectare als uitgangspunt voor het maximale bouwoppervlak voor veehouderijen gehanteerd worden en moet het landbouwontwikkelingsgebied ten oosten van Baarle verkleind worden. Het verplaatsen van agrariërs in en nabij de bebouwde kom van Ulicoten heeft veel prioriteit.
De gemeenten zet zich in voor het versterken van de landschappelijke kwaliteit van het buitengebied. Om hier een start mee te maken moet een werkgroep landschap en biodiversiteit opgericht worden. De werkwijze hiervan moet bottom-up zijn. De gemeente moet hierin vooral een faciliterende rol hebben die uiteen kan lopen van het beschikbaar stellen van vergaderruimte tot hulp bij het aanvragen van subsidies.
Na de uitspraak van de Raad van State in de hoofdzaak inzake het bestemmingsplan buitengebied zal met voortvarendheid en in open overleg met betrokkenen bezien worden wat te doen met de uitspraak.
Regelingen als Ruimte voor Ruimte en de Landgoederenregeling kunnen worden toegepast indien dit een meerwaarde voor de gemeente biedt. In de structuurvisie moeten locaties aangewezen worden waar dit soort ontwikkelingen wenselijk zijn.
Op de komst van een golfbaan is niets tegen, maar het huidige plan met alle randverschijnselen hierbij is niet acceptabel.
De woonvisie moet geactualiseerd worden en zal veel meer als sturingsinstrument gebruikt moeten worden. De woonvisie is niet alleen een inventarisatie van gewenste mogelijkheden; er moet een afweging gemaakt worden tussen de behoefte aan woningen en de wenselijke bevolkingsopbouw. In de komende jaren zal hierbij zeker aandacht moeten zijn voor kleinschalig bouwen in eigen beheer of collectief particulier opdrachtgeverschap en sociale huur. Voor Ulicoten wordt gestreefd naar het periodiek en in kleine hoeveelheden realiseren van woningen voor de eigen bevolking.
De komende jaren kan woningbouw nog op inbreidingslocaties plaatsvinden, daarnaast zal de gemeente voor de verdere toekomst strategisch gelegen gronden verwerven.
De toewijzingssystematiek voor woningen zal veel eenvoudiger gemaakt worden. Ook de beprijzingssystematiek van woningen en grond zal geëvalueerd worden.
Op het gebied van cultuurhistorie / erfgoed moet de gemeente nauwer samenwerken met de heemkundekring. Voor de aantrekkelijkheid van onze gemeente moeten belangrijke cultuurhistorische locaties geconserveerd en versterkt worden. De invulling van de monumentencommissie zal heroverwogen worden.
Programma 8: Algemene dekkingsmiddelen
Naar het zich laat aanzien worden de komende jaren financieel gezien niet gemakkelijk. Naast de zaken die in dit akkoord genoemd worden zijn er bij mogelijke bezuinigingen geen taboes. De eerste winst kan behaald worden door reëler te begroten zodat er geen grote overschotten op de jaarrekening ontstaan.
Het eerste doel op dit gebied is het dekkend maken van de begroting voor 2011. Vervolgens zal aan de hand van de economische situatie van dat moment een plan gemaakt worden voor de noodzakelijke bezuinigingen in de daarop volgende jaren. Een inventarisatie van de bezuinigingsmogelijkheden zal direct ter hand worden genomen. Aan de hand hiervan zal de raad prioriteiten stellen.
Een stijging van de OZB, hoger dan de inflatie, is alleen verantwoord als het huidige voorzieningenniveau anders niet meer gehandhaafd kan worden of als er breed gedragen investeringen gedaan worden.